"Inwoners moeten worden gestimuleerd om in de eigen omgeving beter om te gaan met milieu en energie", "zorgvuldig omgaan met onze leefomgeving is belangrijk", "een mooie en schone omgeving nodigt uit om er met plezier gebruik van te maken en ook zelf schoon te houden". Zomaar wat uitspraken van de drie collegepartijen als het gaat om het - natuurlijk volkomen terechte - belang van een schone leefomgeving en milieubewustzijn.
In de weerbarstige praktijk is het nog lastig genoeg om dergelijke prachtige voornemens en standpunten in ere te houden. Onlangs heeft het College van B&W besloten tot een proef van zes maanden voor het parkeren van bezoekers van de vernieuwde Triumfatorkerk met een zondagopenstelling van de gemeentelijke parkeergarage. Op die manier wordt extra drukte en verkeershinder rondom het marktterrein en de Piet Heinlaan tegengegaan. Tevens zal deze openstelling zoekgedrag in de wijk tegengaan, zo luidt de onderbouwing van dit besluit.
Wat heeft deze maatregel te maken met het bevorderen van bewustzijn ten aanzien van milieu en duurzaamheid? Niet heel veel, denk ik.
In de eerste plaats haalt de gemeente, uit oogpunt van milieubewustzijn, geen voordeel uit het feit dat de parkeerruimte (in de directe omgeving) beperkt is. Een oproep tot terughoudendheid van autogebruik, het promoten van de fiets als vervoermiddel, het grote belang van bewegen, bewustzijn ten aanzien van overlast voor omwonenden, een schone leefomgeving en wijzen op de uitstoot van stikstofoxiden, had meer voor de hand gelegen. Ook een proef met een autoloze zondag had mensen tot andere, meer milieubewuste, gedachten kunnen brengen. Het feit dat op zondag geen sprake is van betaald parkeren helpt in dat opzicht ook al niet mee.
Ten tweede moet de lokale overheid zich neutraal opstellen. Als in het ene geval een verzoek van een religieuze groepering voor een grotere ruimte wordt afgewezen onder het mom van eigen verantwoordelijkheid terwijl tegelijkertijd in een ander geval comfort wordt geboden bij een te verwachten parkeerproblematiek, dan zegt dat iets over geloofwaardigheid. Immers, hier ligt voor het betreffende kerkbestuur óók een eigen verantwoordelijkheid. Namelijk het aan de orde stellen van het excessieve autogebruik onder haar kerkleden en het anticiperen daarop.
Tevens, maar dat is een gepasseerd station, had de gemeente de woonomgeving als uitgangspunt moeten nemen bij het verlenen van toestemming voor het hergebruik van een kerk. In een gebied waar reeds een zwembad is gevestigd geeft de daarmee gepaardgaande parkeerbehoefte onevenredige druk op de kwaliteit van de leefomgeving. De nieuwbouw van het zwembad zal dit probleem niet verkleinen. Het is dus de vraag of het verstandig was om tevens een nieuwe, drukbezochte kerk in dat gebied te vestigen.
Het is jammer dat het College juist deze casus, met veel voorzieningen op een klein oppervlak, de grote behoefte aan parkeerruimte en als gevolg daarvan een kwetsbare en niet schone leefomgeving voor omwonenden, niet aangrijpt bij het bevorderen van meer bewustzijn ten aanzien van milieu en duurzaamheid. In feite wordt een kans voor open doel gemist als men daadwerkelijk iets wil met milieubewustzijn, het belang van een schone leefomgeving en het bevorderen van een gezonde leefstijl.
Kortom, het is te hopen dat het blijft bij een proef van zes maanden en dat men (College en Raad) volop aan de slag gaat met het creëren van bewustzijn ten aanzien van milieu en duurzaamheid in de weerbarstige lokale praktijk. Zo niet dan ligt, mede gelet op andere onderwerpen, voor het College een duurzaam geloofwaardigheidsprobleem op de loer...
In de weerbarstige praktijk is het nog lastig genoeg om dergelijke prachtige voornemens en standpunten in ere te houden. Onlangs heeft het College van B&W besloten tot een proef van zes maanden voor het parkeren van bezoekers van de vernieuwde Triumfatorkerk met een zondagopenstelling van de gemeentelijke parkeergarage. Op die manier wordt extra drukte en verkeershinder rondom het marktterrein en de Piet Heinlaan tegengegaan. Tevens zal deze openstelling zoekgedrag in de wijk tegengaan, zo luidt de onderbouwing van dit besluit.
Wat heeft deze maatregel te maken met het bevorderen van bewustzijn ten aanzien van milieu en duurzaamheid? Niet heel veel, denk ik.
In de eerste plaats haalt de gemeente, uit oogpunt van milieubewustzijn, geen voordeel uit het feit dat de parkeerruimte (in de directe omgeving) beperkt is. Een oproep tot terughoudendheid van autogebruik, het promoten van de fiets als vervoermiddel, het grote belang van bewegen, bewustzijn ten aanzien van overlast voor omwonenden, een schone leefomgeving en wijzen op de uitstoot van stikstofoxiden, had meer voor de hand gelegen. Ook een proef met een autoloze zondag had mensen tot andere, meer milieubewuste, gedachten kunnen brengen. Het feit dat op zondag geen sprake is van betaald parkeren helpt in dat opzicht ook al niet mee.
Ten tweede moet de lokale overheid zich neutraal opstellen. Als in het ene geval een verzoek van een religieuze groepering voor een grotere ruimte wordt afgewezen onder het mom van eigen verantwoordelijkheid terwijl tegelijkertijd in een ander geval comfort wordt geboden bij een te verwachten parkeerproblematiek, dan zegt dat iets over geloofwaardigheid. Immers, hier ligt voor het betreffende kerkbestuur óók een eigen verantwoordelijkheid. Namelijk het aan de orde stellen van het excessieve autogebruik onder haar kerkleden en het anticiperen daarop.
Tevens, maar dat is een gepasseerd station, had de gemeente de woonomgeving als uitgangspunt moeten nemen bij het verlenen van toestemming voor het hergebruik van een kerk. In een gebied waar reeds een zwembad is gevestigd geeft de daarmee gepaardgaande parkeerbehoefte onevenredige druk op de kwaliteit van de leefomgeving. De nieuwbouw van het zwembad zal dit probleem niet verkleinen. Het is dus de vraag of het verstandig was om tevens een nieuwe, drukbezochte kerk in dat gebied te vestigen.
Het is jammer dat het College juist deze casus, met veel voorzieningen op een klein oppervlak, de grote behoefte aan parkeerruimte en als gevolg daarvan een kwetsbare en niet schone leefomgeving voor omwonenden, niet aangrijpt bij het bevorderen van meer bewustzijn ten aanzien van milieu en duurzaamheid. In feite wordt een kans voor open doel gemist als men daadwerkelijk iets wil met milieubewustzijn, het belang van een schone leefomgeving en het bevorderen van een gezonde leefstijl.
Kortom, het is te hopen dat het blijft bij een proef van zes maanden en dat men (College en Raad) volop aan de slag gaat met het creëren van bewustzijn ten aanzien van milieu en duurzaamheid in de weerbarstige lokale praktijk. Zo niet dan ligt, mede gelet op andere onderwerpen, voor het College een duurzaam geloofwaardigheidsprobleem op de loer...
Reacties
Een reactie posten