Uit de deze week gepubliceerde koopkracht-ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat gepensioneerden er wéér op achteruitgaan. Een onhoudbare situatie, lijkt me. Zelfs minister Asscher erkende deze week dat de koopkrachtontwikkeling van ondermeer gepensioneerden niet meer in evenwicht is en dat hij de 'minnen' wil repareren. Hopelijk houdt hij woord en gebeurt er meer dan dat alleen. In ieder geval juich ik het van harte toe dat organisaties als de ANBO volop de media zoekt over deze scheve en onrechtvaardige gang van zaken.
Volgende week vinden de eerste besprekingen plaats voor de begroting van 2016. Het is te hopen dat het kabinet, maar ook de partijen waarmee men om de tafel gaat, verder kijken dan alleen de ramingen van het CPB. Het is meer dan ooit van belang dat men oog heeft voor de demografische ontwikkelingen en deze nadrukkelijk als uitgangspunt neemt voor nieuw beleid. Ik heb het in dit verband natuurlijk over de toenemende vergrijzing. In 1980 was 11% van de Nederlanders 65 jaar of ouder. Dat percentage is gestegen tot ruim 14% in 2015. Rond 2040 zal dit aandeel zijn gestegen naar 26%. We praten in dat geval dan over 4,8 miljoen mensen. Zover is het nog niet, maar het is duidelijk dat deze groep steeds groter wordt. Dat vraagt om een andere aanpak. Immers, het nog langer negeren van deze groeiende groep betekent economische en politieke zelfmoord.
De huidige aanpak, of beter gezegd het huidige seniorenbeleid, kan de prullenbak in. De gepensioneerden zitten duidelijk in de hoek waar de klappen vallen. Minder AOW-uitkering, minder pensioenuitkering, hogere zorgkosten, minder koopkracht terwijl alles duurder wordt. Tel uit je winst. Het tragische is dat we het hier over een groep hebben die decennia lang aan van alles en nog wat heeft meebetaald terwijl men nu zelf het (harde) gelag betaald. Dit afbraakbeleid moet stoppen.
Financiële problemen voor ouderen |
Hoe? Op vele manieren. In de eerste plaats moet het verlagen van de ouderenkorting, het afschaffen van de ouderentoeslag en de Bosbelasting (belasting voor senioren met een hoger inkomen) van tafel. Tegelijkertijd moet het verschil in koopkrachtstijging tussen werkenden en gepensioneerden structureel worden gerepareerd. Ten aanzien van de stijgende zorgkosten voor senioren moet precies worden bekeken hoe senioren hierin tegemoet kan worden gekomen. Tevens moet veel meer aandacht worden besteed aan samenhang in beleid (bijv. arbeidsmarktbeleid, gezondheidszorg, woonbeleid, etc. etc.). De overheid (daarmee ook lagere overheden zoals gemeenten) zal een meer pro-actief beleid moeten gaan voeren. Een blik op het buitenland kan ook nog weleens helpen ;-). Hoe gaan andere EU-lidstaten om met de koopkracht van ouderen?
Ik hoop en verwacht dat het kabinet werk maakt van de inhaalslag voor gepensioneerden als het om koopkracht gaat. Uiteindelijk gaat het bijvoorbeeld om de keuze tussen een leeg pannenkoekenrestaurant of een drukbezet pannenkoekenrestaurant met opa's en/of oma's die gezellig met kinderen, kleinkinderen of kennissen een pannenkoekje eten. Het is maar net wat je als overheid wil. Nog een voorbeeld: meer koopkracht kan leiden tot meer kwaliteit in de zorg, minder zorgkosten en meer ondernemerschap, door senioren in staat te stellen om te kiezen tussen een thuiszorgorganisatie of een florerende zorgcoöperatie. De keuze lijkt mij eenvoudig. Wat doet het kabinet Rutte-II?
Reacties
Een reactie posten