De Keizer heeft gesproken. Vijf dagen na de verschrikkelijke aardbeving met de daaraan gekoppelde tsunami heeft het staatshoofd van Japan zijn medeleven betuigd en zijn diepe bezorgdheid uitgesproken over de situatie rondom de kerncentrales in het rampgebied. Er is alle reden tot diepe bezorgdheid. Het staken van het blussen van de brand in één van de kerncentrales (Fukushima 1) vanwege te hoge radioactieve straling belooft niet veel goeds. Dit houdt in dat de plaatselijke bevolking, voorzover die door de straling nog plaatselijk is, gebaat is bij zorgvuldige en geloofwaardige overheidscommunicatie. Beweringen als zou deze ramp totaal anders zijn dan de ramp in Tsjernobyl mogen dan technisch gezien voorlopig juist zijn, de overeenkomst tussen beide rampen is wel dat ook in Japan massale evacuaties uit de omgeving van de kerncentrales aan de gang zijn. Of dat uit voorzorg is of dat het wellicht voorgoed is, zal de tijd moeten uitwijzen. Eerdere mededelingen dat er 'geen enkel gevaar' rondom de kerncentrales bestond maar wel een 'maken dat je wegkomt'-ondertoon hadden dragen niet bij aan het vertrouwen onder de bevolking. Andere manieren om de schone schijn op te houden, zoals het wegmoffelen van beelden van de toestand onder de bevolking werken eveneens contraproductief. Het is daarom aan de Japanse autoriteiten om op een duidelijke en geloofwaardige manier om te gaan met komende slecht-nieuws mededelingen aan de bevolking. Hopelijk wordt zo een nieuwe ramp, een communicatieramp, verder voorkomen.
Reacties
Een reactie posten