De strijd in Nederland - met uitzondering van de provincie Zeeland - werd op 14 mei 1940 beëindigd. Op 14 mei 1940 om 19.00 uur was de wapenstilstand ingegaan, die op 15 mei in een formele capitulatie zou overgaan nadat het Duitse traktaat daartoe door de Nederlandse legerleiding zou zijn ondertekend.
In de vroege ochtend van 15 mei werd kort na 10.00 uur in Rijsoord - in het hoofdkwartier van Generalleutnant Kurt Student en Generalleutnant Schmidt de capitulatie getekend. Aan Duitse kant was het General Von Küchler, commandant van het 18e Leger, die de bespreking leidde. Aan Nederlandse kant was generaal Winkelman de hoogste autoriteit.
De capitulatie bepaalde dat de Nederlandse Weermacht op het grondgebied van Nederland in Europa, met specifieke uitzondering van de provincie Zeeland en daarbij behorende nationale wateren, de strijd staakte. Er was geen sprake van een regeringscapitulatie noch van een capitulatie van het Nederlandse leger buiten haar vaderlandse grenzen. Ook mochten Nederlandse militairen die gevlucht waren of zich anderszins succesvol hadden kunnen onttrekken aan Duitse gevangenneming niet als franc tirreurs worden bestempeld. Maar de Nederlanders was duidelijk dat een lange periode van Duitse bezetting voor hen lag. En niemand die wist hoe lang dat zou duren.
Zeeland zou grotendeels op 17 mei 1940 volgen, met uitzondering van Zeeuws-Vlaanderen. In die meest zuidwestelijke uithoek van het Nederlandse grondgebied zou de laatste kogel op 29 mei pas fluiten, voordat ook die landstreek onder Duitse laars werd gebracht.
Direct na de Nederlandse overgave nemen de Duitsers bezit van het ANP en alle Nederlandse kranten. De Duitse controle of beter gezegd censuur is vooral merkbaar in de berichtgeving over het bombardement op Rotterdam. In de Volkskrant van vrijdag 17 mei 1940 wordt de Duitse versie omtrent de aanleiding voor dit bombardement gegeven. In de Telegraaf van donderdag 16 mei staat op pagina 3 een piepklein bericht dat de Brandweer van Amsterdam met 12 blusvoertuigen en 200 vrijwilligers naar Rotterdam is vertrokken om te helpen met de bluswerkzaamheden. Meer uitgebreide en nadere berichtgeving over dit bombardement wordt klaarblijkelijk niet toegestaan.
Tenslotte is het hoofdredactioneel commentaar van het dagblad De Standaard toegevoegd. Dit dagblad was de spreekbuis van de politieke partij ARP (Anti-Revolutionaire Partij). Mede uit deze partij is het CDA ontstaan. De politiek hoofdredacteur was Hendrik Colijn - voormalig premier van Nederland en ambteloos burger tijdens de meidagen van 1940. Hij steekt zijn - ongetwijfeld door machteloosheid ingegeven - woede niet onder stoelen of banken...
Hiermee sluit ik de reeks af over de Nederlandse kranten tijdens de oorlogsdagen in mei 1940. Wellicht heb ik hiermee verdere interesse gewekt. Ik ga in ieder geval weer over tot de orde van de dag.
Reacties
Een reactie posten