Onlangs heeft het College voor de Rechten van de Mens het Centraal Orgaan Asielzoekers terecht gewezen. Naar het oordeel van dit College heeft het COA ten onrechte een vrouw, een 23-jarige moslima, afgewezen in een sollicitatieprocedure omdat zij vanwege haar geloof geen handen wil schudden met mannen.
Met deze, overigens niet-bindende, uitspraak van dit College wordt een super slecht signaal afgegeven aan bepaalde groepen in een land waar sowieso al sprake is van parallelle samenlevingen. Immers, velen beschouwen de Sultan van Turkije als 'hun president' en als de Marokkaanse koning hier op privébezoek is, noemen medelanders van de derde generatie hem 'onze koning'. Problemen genoeg dus, kunnen we stellen.
Daar komt dus nog deze - zeer bedenkelijke - uitspraak van dit College bij. Het is duidelijk dat met de uitspraak van het College de noodzaak tot integreren bepaald niet wordt aangemoedigd. Bij de afweging van belangen heeft men gehoor gegeven aan het opeisen van bepaalde godsdienst-rechten van de klaagster. In het Islamitische land van herkomst zal de klaagster iets anders gewend zijn maar we zijn in Nederland en daarom had ik een andere belangenafweging verwacht. Niet alleen in dit geval, waarbij een neutrale overheidsorganisatie is betrokken, maar überhaupt had de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen zwaarder moeten wegen.
Dit College voor de Rechten van de Mens beseft niet dat onze grondwet tevens een verzekering vormt voor de eigenheid van Nederland in de zin van een democratische rechtsstaat waarmee we onze vrije open samenleving verzekeren. Met de argumentatie van het College dat het schudden van handen weliswaar een gebruikelijke manier van begroeten vormt maar dat er in Nederland ook groepen zijn waarvoor dat niet het geval is, komt onze vrije open samenleving in de gevarenzone.
Want wat is er dan nog meer wat 'bepaalde groepen' niet bevalt qua gebruiken, regels en heersende opvattingen in Nederland? Straks gaat men nog morrelen aan artikel 24 van de Grondwet omdat dit mogelijk strijdig is met de godsdienst van 'bepaalde groepen'. Als we doorgaan met het belonen van verkeerd gedrag zoals het opeisen van rechten en het verwaarlozen van plichten, is het einde zoek en dragen we onze vrije en open samenleving langzaam maar zeker ten grave.
Als we dat willen voorkomen zullen we in de eerste plaats nu moeten beginnen met het bestrijden van een mengelmoes van extreem-linkse opvattingen, wegkijkgedrag, naïeve wereldvreemdheid en bangeschijterige uitsloverij jegens 'bepaalde groepen'. Met andere woorden, precies datgene wat het College van de Rechten van de Mens tot haar omstreden uitspraak heeft gebracht. Daarom; handen af van het handen schudden!
Met deze, overigens niet-bindende, uitspraak van dit College wordt een super slecht signaal afgegeven aan bepaalde groepen in een land waar sowieso al sprake is van parallelle samenlevingen. Immers, velen beschouwen de Sultan van Turkije als 'hun president' en als de Marokkaanse koning hier op privébezoek is, noemen medelanders van de derde generatie hem 'onze koning'. Problemen genoeg dus, kunnen we stellen.
Daar komt dus nog deze - zeer bedenkelijke - uitspraak van dit College bij. Het is duidelijk dat met de uitspraak van het College de noodzaak tot integreren bepaald niet wordt aangemoedigd. Bij de afweging van belangen heeft men gehoor gegeven aan het opeisen van bepaalde godsdienst-rechten van de klaagster. In het Islamitische land van herkomst zal de klaagster iets anders gewend zijn maar we zijn in Nederland en daarom had ik een andere belangenafweging verwacht. Niet alleen in dit geval, waarbij een neutrale overheidsorganisatie is betrokken, maar überhaupt had de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen zwaarder moeten wegen.
Handen af van het handen schudden! |
Want wat is er dan nog meer wat 'bepaalde groepen' niet bevalt qua gebruiken, regels en heersende opvattingen in Nederland? Straks gaat men nog morrelen aan artikel 24 van de Grondwet omdat dit mogelijk strijdig is met de godsdienst van 'bepaalde groepen'. Als we doorgaan met het belonen van verkeerd gedrag zoals het opeisen van rechten en het verwaarlozen van plichten, is het einde zoek en dragen we onze vrije en open samenleving langzaam maar zeker ten grave.
Als we dat willen voorkomen zullen we in de eerste plaats nu moeten beginnen met het bestrijden van een mengelmoes van extreem-linkse opvattingen, wegkijkgedrag, naïeve wereldvreemdheid en bangeschijterige uitsloverij jegens 'bepaalde groepen'. Met andere woorden, precies datgene wat het College van de Rechten van de Mens tot haar omstreden uitspraak heeft gebracht. Daarom; handen af van het handen schudden!
Reacties
Een reactie posten