Er komt vrijwel zeker opnieuw een groot Islamitisch centrum in Gouda. Op de voormalige Prins Willem-Alexanderkazerne zal een megamoskee verrijzen met daarbij huisvesting voor een kinderdagcentrum en een school voor speciaal onderwijs. Zoals bij iedere nieuwe moskee worden er bij de realisatie ervan telkens dezelfde fouten gemaakt. Een overzicht:
De naamgeving.
We hebben er de mond van vol dat (de Nederlandse) taal belangrijk is, en terecht. Deze megamoskee draagt de naam El Wahda. Dit betekent De Eenheid. Waarom noemen we dergelijke gebedshuizen dan niet gewoon zo? Het hanteren van Arabische namen voor in beginsel Nederlandse instellingen zorgt ervoor dat dergelijke termen gemeengoed worden. Daarmee wordt een tegenstrijdig signaal afgegeven aan groepen met bijvoorbeeld een Arabische achtergrond met een taalachterstand.
De ruimtelijke aspecten.
De praktijk wijst uit dat bij de bouw meestal wordt gekozen voor verhoudingsgewijs veel te grote opvallende complexen met een niet-Nederlands uiterlijk. De grootte van de gemiddelde moskee zorgt er dikwijls voor dat bestaande cultuur-historische gebouwen of bebouwing en de bewoners ervan in de verdrukking komen. Vanwege de capaciteit ontstaan parkeerproblemen, verkeersdruk, geluidsoverlast en waardedaling van aldaar aanwezige koophuizen. Waarom moet er per sé worden gekozen voor een kolossaal en allesbepalend bouwwerk? Waarom wordt niet gebruikgemaakt van reeds bestaand gemeentelijk vastgoed?
Onbalans in toepassing Grondwetsartikelen.
De vrijheid van godsdienst staat als een huis. Dat ten eerste. Dat mag echter niet betekenen dat bij de toepassing van dit grondwetsartikel andere artikelen uit dezelfde Grondwet zomaar worden weggedrukt bij de realisatie van moskeeën of gebedshuizen van andere religies. Tevens mag het niet zo zijn dat met gebruikmaking van de godsdienstvrijheid vervolgens onvrijheid in het algemeen wordt gepredikt en bijvoorbeeld discriminatie van vrouwen wordt bepleit. De casus in Gouda is hiervoor illustratief. De uitgelekte notitie waarin melding wordt gemaakt van bezwaren over de aanwezigheid van werkende vrouwen in de naastgelegen school en/of kinderdagverblijf zegt genoeg. Alleen al dit bezwaar moet aanleiding zijn voor een streep door het project. Immers, degenen die problemen hebben met werkende vrouwen in het algemeen vertonen onaangepast gedrag. Daar past geen beloning bij in de vorm van een megamoskee. De realiteit is helaas anders. Er komt nu een aparte ingang...
Financiering.
Financiering van moskeeën door buitenlandse overheden, islamitische missieorganisaties en welgestelden vindt reeds enkele decennia plaats in Nederland. Vanwege de scheiding tussen kerk en staat is de mate van overheidsinmenging beperkt. Het komt er dus op neer dat de weerbaarheid van de in Nederland gevestigde moskeeën zelf die de risico's van buitenlandse financiering kan beperken. Gelet op de cultuur en politiek in de Arabische wereld met landen als Saoedi-Arabië, Marokko en Turkije is het op z'n zachts gezegd een waagstuk om puur en alleen te vertrouwen op de weerbaarheid van afzonderlijke moskee-besturen. Immers, wie betaalt, bepaalt met alle gevolgen van dien voor de 'preek' die aldaar wordt gehouden. Daarbij lijkt het mij nogal gemakkelijk om een buitenlandse geldbron (bijv. van salafistische origine) om te toveren tot een goede-doelen stichting van Nederlandse bodem. In het licht van de huidige ontwikkelingen (in het Midden-Oosten) is er alle reden om wantrouwend te zijn en uit een ander vaatje te gaan tappen.
Met het groeiende aantal megamoskeeën als 'olifant' en Nederland als democratische rechtsstaat en open samenleving (de porseleinkast) is het zaak om te zorgen dat de 'porseleinkast' niet onherstelbaar wordt beschadigd. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen en reikt verder dan een gemeentelijke aangelegenheid. In de beperking toont zich de meester...
De naamgeving.
We hebben er de mond van vol dat (de Nederlandse) taal belangrijk is, en terecht. Deze megamoskee draagt de naam El Wahda. Dit betekent De Eenheid. Waarom noemen we dergelijke gebedshuizen dan niet gewoon zo? Het hanteren van Arabische namen voor in beginsel Nederlandse instellingen zorgt ervoor dat dergelijke termen gemeengoed worden. Daarmee wordt een tegenstrijdig signaal afgegeven aan groepen met bijvoorbeeld een Arabische achtergrond met een taalachterstand.
De ruimtelijke aspecten.
De praktijk wijst uit dat bij de bouw meestal wordt gekozen voor verhoudingsgewijs veel te grote opvallende complexen met een niet-Nederlands uiterlijk. De grootte van de gemiddelde moskee zorgt er dikwijls voor dat bestaande cultuur-historische gebouwen of bebouwing en de bewoners ervan in de verdrukking komen. Vanwege de capaciteit ontstaan parkeerproblemen, verkeersdruk, geluidsoverlast en waardedaling van aldaar aanwezige koophuizen. Waarom moet er per sé worden gekozen voor een kolossaal en allesbepalend bouwwerk? Waarom wordt niet gebruikgemaakt van reeds bestaand gemeentelijk vastgoed?
Onbalans in toepassing Grondwetsartikelen.
De vrijheid van godsdienst staat als een huis. Dat ten eerste. Dat mag echter niet betekenen dat bij de toepassing van dit grondwetsartikel andere artikelen uit dezelfde Grondwet zomaar worden weggedrukt bij de realisatie van moskeeën of gebedshuizen van andere religies. Tevens mag het niet zo zijn dat met gebruikmaking van de godsdienstvrijheid vervolgens onvrijheid in het algemeen wordt gepredikt en bijvoorbeeld discriminatie van vrouwen wordt bepleit. De casus in Gouda is hiervoor illustratief. De uitgelekte notitie waarin melding wordt gemaakt van bezwaren over de aanwezigheid van werkende vrouwen in de naastgelegen school en/of kinderdagverblijf zegt genoeg. Alleen al dit bezwaar moet aanleiding zijn voor een streep door het project. Immers, degenen die problemen hebben met werkende vrouwen in het algemeen vertonen onaangepast gedrag. Daar past geen beloning bij in de vorm van een megamoskee. De realiteit is helaas anders. Er komt nu een aparte ingang...
Financiering.
Financiering van moskeeën door buitenlandse overheden, islamitische missieorganisaties en welgestelden vindt reeds enkele decennia plaats in Nederland. Vanwege de scheiding tussen kerk en staat is de mate van overheidsinmenging beperkt. Het komt er dus op neer dat de weerbaarheid van de in Nederland gevestigde moskeeën zelf die de risico's van buitenlandse financiering kan beperken. Gelet op de cultuur en politiek in de Arabische wereld met landen als Saoedi-Arabië, Marokko en Turkije is het op z'n zachts gezegd een waagstuk om puur en alleen te vertrouwen op de weerbaarheid van afzonderlijke moskee-besturen. Immers, wie betaalt, bepaalt met alle gevolgen van dien voor de 'preek' die aldaar wordt gehouden. Daarbij lijkt het mij nogal gemakkelijk om een buitenlandse geldbron (bijv. van salafistische origine) om te toveren tot een goede-doelen stichting van Nederlandse bodem. In het licht van de huidige ontwikkelingen (in het Midden-Oosten) is er alle reden om wantrouwend te zijn en uit een ander vaatje te gaan tappen.
Met het groeiende aantal megamoskeeën als 'olifant' en Nederland als democratische rechtsstaat en open samenleving (de porseleinkast) is het zaak om te zorgen dat de 'porseleinkast' niet onherstelbaar wordt beschadigd. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen en reikt verder dan een gemeentelijke aangelegenheid. In de beperking toont zich de meester...
Reacties
Een reactie posten